In de komende jaren wordt er onderzoek gedaan in het Essenburgpark en in Diergaarde Blijdorp naar de verspreiding van virussen door trekvogels. Om de week zijn er vrijwilligers onder leiding van Rinse van der Vliet in de vroege ochtend in touw in een van beide parken. Anne Karin ten Bosch ging mee op pad.
Het regent nog zachtjes als ik in de eerste schemer wacht bij het toegangshek van het Essenburgpark. Vandaag mag ik aanwezig zijn bij het ringen van vogels. Dat gebeurt in het kader van een onderzoek naar verspreiding van virussen die zowel bij mensen als bij dieren voorkomen (zoönose). Net als ik twijfel of ik wel bij het goede hek sta, komt Marvin Groen (Gebroeders Groen) aanfietsen. Hij vertelt me dat het zo dadelijk droog wordt en dat is een voorwaarde om de vogels veilig in de netten te kunnen vangen. Met een nat verendek koelen ze te snel af.
Martin, een van de poortwachters van het Essenburgpark, opent even later het hek en samen met Philip Kuypers, een van de drijvende krachten achter dit prachtige park, en hoofd-ringer Rinse van der Vliet gaan we op pad. Ik heb geen idee hoe zoiets in z’n werk gaat en ben meteen al verbaasd over het gemak waarmee de taken tussen deze vier mannen woordeloos verdeeld worden. Zij lopen inmiddels met hoofdlampen op en stokken over de schouders naar verschillende plekken om de mistnetten te plaatsen. Het plaatsen moet klaar zijn een half uur voordat de zon opkomt, want dat is het moment dat de vogels gaan vliegen. De netten zitten aardig in de knoop door braamtakjes en met het grootste geduld worden ze losgepeuterd en uiteindelijk uitgevouwen en gespannen tussen twee stokken. De hoge zwarte mistnetten vormen een zachte zak als er een vogel in vliegt, soms vliegt een vogel er net zo makkelijk weer uit.
Ik blijf wachtend achter bij twee netten die tussen het riet in en aan het water staan. De zon komt bijna op en luisterend naar steeds meer vogelzang hoor ik hoe een specht roffelt op een van de stalen palen langs het spoor. De metalen klank echoot door de ochtend. Spechten roffelen om hun territorium aan te geven en deze specht gebruikt de treinpaal omdat die zo lekker hard lawaai maakt, vertelt Philip me later. “Hij zit ook wel eens op de lichtmast bij het voetbalveld. Het plastic afdekdopje daarvan is een prachtige trommel.” Ik betreur het weer eens dat ik verder zo weinig vogelsoorten herken, er zijn er hier zoveel. Af en toe passeert een trein, de zon komt op door betoverend mooie mistflarden boven het water en in de verte hoor ik zo nu en dan de gedempte stemmen van het vogelteam.
Er vliegt een merel in een van de netten, ik schrik ervan en bestudeer de vogel even van dichtbij. Dan zie ik Marvin op de dijk lopen en hij komt meteen om de merel uiterst voorzichtig uit het net te halen. Dit blijkt een druktemaker te zijn. Elke vogel heeft zo zijn karakter vertelt Marvin, onafhankelijk van de soort. Sommige geven zich over, wachten rustig op wat komen gaat, anderen blijven protesteren. De merel wordt even goed bekeken en dan liefdevol in een katoenen zakje gedaan om zo tot het moment van ringen genoeg rust te bieden. Ik loop mee naar de pluktuin waar een soort consultatiebureau blijkt te zijn ingericht. Er hangen inmiddels een aantal vogels in zakjes te wachten op hun beurt. Rinse neemt met zachte hand de vogels uit de zakjes. Een kopje steekt tussen twee vingers door als hij de gezondheid onderzoekt. Hij beoordeelt de vetlaag, meet de spanwijdte van de vleugel en weegt de vogels. Een voor een worden ze geringd en er wordt soms wat bloed, speeksel en poep afgenomen. Martin noteert secuur de data, terwijl Marvin en Philip steeds langs de netten gaan om vogels op te halen. Rinse is net terug in Nederland, want hij is de afgelopen weken in West-Afrika geweest, ook voor een onderzoek naar trekvogels. De onderzoekers hopen zo een beter beeld te krijgen van de verspreiding van virussen onder invloed van de vogeltrek.
Inmiddels is de zon opgekomen en verdwijnt de mist. De betoverende ochtendrust eindigt als om acht uur de hekken van het park opengaan en de eerste wandelaars met honden binnenkomen. Ze kennen elkaar en hier en daar staan groepjes hondeneigenaren levendig te praten terwijl de honden met elkaar dollen. Het vogelgezang verdwijnt in het geblaf. De rest van de dag ben ik vol van de rust en liefde waarmee deze vier mensen voor dag en dauw samen op pad zijn, vogels in de handen nemen en onderzoeken voor het welzijn van vogels én mensen.
Aantal vogels geringd: 14
Vogelsoorten: staartmees 2, heggemus 2, merel 5, koperwiek 1, roodborst 1, winterkoning 1, koolmees 1, groenling 2
Zie ook: waarnemingen.nl en
http://www.trektellen.nl/count/view/3626/20230407