Skip to main content

In het late voorjaar van 2021 las ik de ‘omgevingsvisie’ “Veranderstad” van de gemeente Rotterdam (link) allereerst als voorzitter van volkstuinvereniging Blijdorp (vtv Blijdorp).

Veranderstad

In het late voorjaar van 2021 las ik de ‘omgevingsvisie’ “Veranderstad” van de gemeente Rotterdam (link) allereerst als voorzitter van volkstuinvereniging Blijdorp (vtv Blijdorp). In deze visie is er veel aandacht voor klimaatadaptatie en -mitigatie, economie, plannen om de groene ruimte in de stad uit te breiden, bouwplannen, participatie en de kwaliteit van onze leefomgeving, maar nergens een woord over de positieve rol die volkstuinen daarbij zouden kunnen spelen. (citaat uit Veranderstad) Na gezamenlijk overleg van volkstuinverenigingen besloot ik een zienswijze te schrijven namens  VTV Blijdorp, om zodoende in te mogen spreken in de commissie- of raadsvergadering hierover.

Ondertussen was mijn onderzoek op gang gekomen en waren de eerste vragen gerezen door mijn verblijf op het landje. De vraag: “Van wie is de stad eigenlijk?” bleef zich herhalen. De vraag hoe ik de waarde van de volkstuinen voor de stad over het voetlicht kon krijgen (in vijf minuten inspreektijd) speelde door mijn hoofd. Kijkend naar de kaart van de Rotterdam West en de plaats van de volkstuinen, zag ik het groene gebied waarin ze lagen en de potentie ervan: recreatie, sport, cultuur, rust, samen tuinieren en gezamenlijk park-onderhoud, ruimte voor planten en dieren én ruimte voor de klimaatopgave rond biodiversiteit, water en hitte; ze komen in dit gebied prachtig samen. Denkend aan wereldsteden met een sterke parkencultuur, zoals Londen, Berlijn en Parijs, noemde ik het gebied “Stadspark West”. Door het een naam te geven werd dit gebied dat bestaat uit verschillende en veelsoortige terreinen en rafels, samengebracht. (#naamgeven)

Ik vroeg Koen Marks (link Buro MA.AN) of hij dit als groen gebied in kaart wilde brengen om aan te geven welke kwaliteiten voor de stad hier liggen. De kadaster (of GIS) kaarten laten de volkstuinparken zien als witte of grijze gebieden. (beeld: beide kaarten grijs en kleur). De kaart van Koen zorgde zo voor een pakkend beeld bij de naam; groene ruimte en groene verbindingen in de zichtbaar versteende (vervuilde en verhitte) stad. “Stadspark West” was geboren. (354)

Strategie en Methode

Door dit onderzoek te doen in het kader van de Master Design en door met Liesbeth Groot Nibbelink samen te werken, vult zich gestaag een handzame ‘gereedschapskist’ rondom het ‘scenografisch perspectief op de stad’. Mijn denken is vooral associatief en mijn handelen is allereerst intuïtief en soms ronduit impulsief. Het betrekken en verbinden van mensen (met elk eigen perspectieven, ervaringen en opvattingen) en het verbinden van veelsoortige observaties, vragen, onderwerpen of opvattingen, wordt gestuurd door vermoedens, verlangen en nieuwsgierigheid. Pas door de uitwisseling met anderen en de terugblik op mijn eigen handelen word ik me bewust van mogelijke ‘strategieën’ en ‘methoden’. Ik vind het belangrijk dit te vermelden, omdat het woord ‘strategie’ ‘opzet’ verondersteld en doelgericht ‘resultaat’ of ‘prestatie’ lijkt te beogen. Het woord ‘methode’ veronderstelt een bewustzijn en de ‘belofte’ dat herhaling leidt tot soortgelijke resultaten. Ik breng daarom vermoedens, nieuwsgierigheid en de vragen-die-rijzen in als ‘gereedschap’. Ze komen voort uit mijn praktisch handelen, uit activiteiten en ervaringen ter plekke. Deze processen waarin veranderlijke voorstellingen, vluchtige gedachten me inspireren, laten zich slecht vangen. Ik moet denken aan ‘de stof waar onze dromen van gemaakt zijn’ (citaat W. Shakespeare); een vluchtige parade.

Citaat:

Prospero:
Our revels now are ended. These our actors,
As I foretold you, were all spirits, and
Are melted into air, into thin air:
And like the baseless fabric of this vision,
The cloud-capp’d tow’rs, the gorgeous palaces,
The solemn temples, the great globe itself,
Yea, all which it inherit, shall dissolve,
And, like this insubstantial pageant faded,
Leave not a rack behind. We are such stuff
As dreams are made on; and our little life
Is rounded with a sleep.

(Shakespeare, The Tempest, scene 4, act 1 (175))

Gereedschappen:

3.1

#voorzien #voorstelling

Iets voor me zien, me ergens een voorstelling van kunnen maken, ligt aan het begin van het project Stadspark West. Daaraan vooraf gingen verschillende activiteiten die dit ‘voor-zien’ mogelijk maakten. Het lezen van de omgevingsvisie, besprekingen over de bedreiging van volkstuinen en de oprichting van het Platform Rotterdamse Volkstuinen, het lezen van Jelle Reumers verhalen en zijn ecologische kijk op onder meer het dierenleven in de grote steden in Nederland (citaat) en het dwalen over een braakliggend landje dat van grote waarde bleek voor de omwonenden. Op dat landje rezen bij mij opnieuw vragen over de manier waarop de stad wordt ontwikkeld, wie wel en niet betrokkenen (gezien) worden en wat de economische waarde van grond in de stad doet met het sociaal-culturele weefsel. Vragen die me soms al meer jaren bezig houden.

Het zien van de mogelijkheden en de waarde van het gefragmenteerde groene gebied waarin twaalf nuts- en volkstuinen liggen en dat doorsneden wordt door snel-, water- en spoorwegen (#tussenlandschap) is voor mij als het kijken naar een theaterruimte; een ruimte die ontworpen wordt om mogelijkheden te scheppen voor performers om er te spelen en voor toeschouwers om verbanden te zien en context en betekenis te geven of soms ook zelf in deel te nemen; een ruimte waarin verhalen zich kunnen ontwikkelen of juist alleen sluimeren om verteld te worden. Theaterruimtes zijn tijdelijk, ‘opgeladen’, veranderlijk en bestaan zolang de voorstelling duurt. Na afloop is er de herinnering en vaak wat artefacten.

3.2

#naamgeven #voorstellen

Door dit gebied een naam te geven als was het een park, kunnen allereerst de associaties gemaakt worden met een ‘gecultiveerde’ groene park-ruimte die zich leent voor rust, recreatie, wandelen, spel, sport en ontmoeten. Je kan je er iets bij voorstellen. Een groene en sociale ruimte dus ook. Door een naam te geven worden gebieden die nu niet in samenhang gezien worden, verbonden. Het gebied krijgt het een ‘eigen’ bestaan en de identiteit die aan deze naam verbonden kan worden, kan zich gaan vormen. Wat mij betreft allereerst door de mensen en niet mensen die er actief zijn in beeld te brengen. Het zijn de geschiedenissen, herinneringen en activiteiten waar ik naar op zoek ga.

3.3

#op de kaart zetten (beeld van de kaart)

De volgende stap was de kaart die door Koen Marks werd gemaakt. Met zijn achtergrond als stedenbouwkundige kon hij het gebied verbeelden in de taal van de stedenbouwers en planologen, die herkenbaar is voor iedereen die wel eens een kaart leest, maar die we ook aan mensen kunnen laten zien om uit te leggen waar het is; “vanaf de moskee (een bekend ‘landmark’), betrekt het alle parken, sportvelden en de dierentuin, zie je? En dan loopt het rechts tot aan de plassen en linkt naar De Tempel, ken je dat? Dat is tegenwoordig van Natuurmonumenten”.

Al gauw konden we in het gebied ook verschillende belanghebbenden ‘op de kaart zetten’ om de diversiteit aan functies en mogelijk gebruik zichtbaar te maken voor geïnteresseerden.

3.4

#zichtbaar maken #perform

Met naam en kaart toog ik naar het stadhuis, om op de afgesproken tijd vijf minuten ‘in te spreken’. De volkstuinen waren ingepland rond etenstijd en raadsleden waren op drie na afwezig, wellicht ergens online, iets dat ik sterk betwijfelde. Het neerleggen van de kaart op A0 formaat werd door de voorzitter benadrukt door het van tekst te voorzien en af en toe lag de kaart ook goed in beeld van de camera. Mijn inspreken en na afloop de vragen en antwoorden werden geregistreerd en deze ‘act’ of ‘performance’ is opgenomen in het archief van de stad en kan terug gekeken worden via deze link op minuut ….: (link) (beeld fragment inspreken).

De tweede openbare gelegenheid om de kaart te tonen was tijdens het volkstuindebat op 9 maart 2022, dat door Streven naar Verbetering en het prille Platform Rotterdamse Volkstuinen werd georganiseerd in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen. Achter het panel van politici hing de kaart prominent in beeld en er werd regelmatig naar verwezen. Zelf mocht ik een tweetal vragen voorleggen waarin ik het accent onder andere op zelfbeheer kon leggen. Na afloop werd ik door veel mensen aangesproken, daaronder ook Andre van der Eijk, de oprichter van Buro MA.AN, waar Koen Marks werkzaam is, die me liet weten graag in gesprek te gaan over de ideeën rondom Stadspark West. Dit leidde een aantal maanden later tot partnerschap in de subsidie aanvraag voor CityLab010.